Autismespectrumstoornissen (ASS)
Autisme
Autisme is een ontwikkelingsstoornis in de hersenen. Mensen met een vorm van autisme hebben problemen in de prikkelverwerking. Dit wil zeggen dat alle informatie die via de zintuigen binnenkomt, anders wordt verwerkt. De informatie komt gefragmenteerd, in stukjes, binnen. Zodoende is het moeilijker voor iemand met autisme om de samenhang tussen die losse stukjes informatie te zien. Dit heeft gevolgen voor het overzicht dat je hebt op alles wat er om je heen gebeurt, het plannen en organiseren en de communicatie en omgang met anderen. Vaak wordt dit nog extra verstoord door de aanwezigheid van een andere (ontwikkelings)stoornis. Dit noemen we comorbiditeit. Autisme is vaak onzichtbaar voor de buitenwereld, maar heeft een grote impact op je hele leven.
Kenmerken Autisme
Autisme is niet te zien aan de buitenkant. Echter, in gedrag is autisme wel te herkennen. Autisme wordt steeds vaker vroeg herkend, maar in de meeste gevallen wordt autisme vastgesteld als kinderen in de bovenbouw van de basisschool zitten. Sommige jongeren lopen vast op het voortgezet onderwijs waar meer zelfstandigheid en planningsvaardigheden gevraagd wordt. Autisme ziet er bij iedereen weer anders uit.
Minderjarigen met autisme kunnen moeite hebben met:
- het omgaan met veranderingen: deze simpelweg weigeren of er erg boos om worden
- onbekende situaties: als niet bekend is hoe iets gaat, kan het kind voortdurend vragen blijven stellen of boos worden
- het plannen van huiswerk
- het aanleren van (nieuwe) vaardigheden
- onderscheid maken tussen belangrijke en minder belangrijke dingen
- figuurlijk taalgebruik in spreekwoorden en gezegdes, maar ook in grapjes
- het invullen van vrije tijd
- aanraking/lichamelijk contact
- harde geluiden
- samen spelen
- overleggen
- rekening houden met een ander
- opkomen voor zichzelf
- problemen (op verschillende manieren) oplossen
Autismespectrumstoornissen (ASS)
Bij autisme wordt vaak gesproken over minderjarigen die passen binnen het ‘spectrum van autisme’. Hiermee wordt bedoeld dat elke minderjarige met autisme uniek is. Zo bestaan er dus niet twee personen met deze stoornis die precies hetzelfde ziektebeeld hebben. Wel hebben zij een aantal overlappende gedragskenmerken, die binnen de waaier vallen van wat we autisme noemen.
Met autisme ervaart iemand de wereld anders dan iemand zonder autisme. Dat maakt veel verschil.
ASS wordt aangeduid als pervasieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de stoornis invloed heeft op de gehele ontwikkeling van het kind.
Wanneer iemand binnen het spectrum valt van autistische stoornissen zijn er bijzonderheden in het gedrag op drie gebieden:
- Communicatie
- Motoriek
- Sociale vaardigheden
Verschillende vomen van ASS
Binnen de autismespectrumstoornissen worden 5 aparte stoornissen beschreven (Autisme, Stoornis van Asperger, Syndroom van Rett, Desintegratiestoornis en PDD-NOS).
De oorzaken van een autismespectrumstoornis zijn nog niet volledig bekend. Er wordt verondersteld dat erfelijkheid een rol speelt en dat er meerdere genen betrokken zijn. Ook zijn er aanwijzingen voor structurele afwijkingen in de hersenen van mensen met autisme.
Kenmerken ASS
Personen met ASS hebben grote moeite met het zich inleven in de gedachten, de gevoelens en de intenties van anderen en kunnen daardoor ook moeilijk anticiperen op wat een ander denkt, voelt of wenst. Het lijkt of ze in hun eigen wereldje leven. Vanuit hun autisme is het voor hen moeilijk om de steeds veranderende betekenissen in onze maatschappij te begrijpen, aan te voelen en er adequaat op te reageren. Het gevolg van deze beperkingen in de sociale interactie is dat een persoon met ASS in sociaal opzicht vaak ‘botst’.
We onderscheiden vier subtypes:
- De persoon die ‘aloof’ of afzijdig is, sluit zich af voor contact met anderen en wordt snel onrustig en overprikkeld wanneer de omgeving contact zoekt. Vaak zijn intelligentie en taalgebruik nauwelijks of sterk vertraagd ontwikkeld.
- De passieve persoon maakt geen spontaan contact met anderen, hoewel hij vaak wel openstaat voor toenadering. Hij kan geactiveerd worden maar zal dat nooit uit zichzelf doen. Deze houding wordt vaak niet of te laat herkend als ASS-kenmerk.
- De persoon die zich ‘active but odd’ (actief maar bizar) gedraagt, gaat wel spontaan in interactie met zijn omgeving, maar op een naïeve en soms storende manier, en steeds uitsluitend vanuit zijn eigen beleving en interesses. Hij stelt bv. ongepaste vragen en is niet geïnteresseerd in het antwoord. De wederkerigheid en belangstelling voor anderen ontbreekt aan de interactie, wat met name het contact met leeftijdgenoten moeilijk maakt (afwijzing, pesten). Ook dit gedrag wordt vaak niet of te laat herkend als ASS-kenmerk.